Anaplasma en Ehrlichia zijn bacteriën die groeien in verschillende soorten witte bloedcellen. Anaplasma phagocytophilum veroorzaakt de ziekte humane granulocytaire anaplasmose (HGA humane granulocytaire anaplasmose ). Deze ziekteverwekker komt in heel Europa en Amerika af en toe voor bij teken. In teken worden ook andere Anaplasma-soorten gevonden, maar die veroorzaken geen ziekte bij mensen.
Het ziektebeeld van anaplasmose en ehrlichiose lijkt sterk op elkaar. Na een tekenbeet ontstaan vooral griepachtige verschijnselen met koorts, en soms ook met zware hoofdpijn, spierpijn, gewrichtspijn en vermoeidheid. De ziekteverschijnselen houden meestal een paar dagen aan en verdwijnen dan weer. In een enkel geval wordt de patiënt ernstiger ziek. De kans op een ernstiger verloop van de ziekte is groter bij mensen met een ernstig verstoord immuunsysteem.
De bacteriën leven normaal gesproken in kleine knaagdieren, schapen, paarden, runderen, herten en reeën. Teken raken besmet doordat zij bloed van deze dieren opzuigen. Als de teken zich daarna vastbijten in een mens, kunnen zij de bacterie overbrengen.
Hoe vaak komen anaplasmose en ehrlichiose voor in Nederland?
Hoe vaak anaplasmose voorkomt in Nederland weten we niet precies. Bij het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu wordt de diagnose slechts heel sporadisch gesteld. Anaplasma phagocytophilum wordt gevonden in 2-3% van de teken die zijn gevangen in de natuur. Neoehrlichia mikurensis komt in ongeveer 6% van de teken voor.
https://www.rivm.nl/anaplasmose
Henriëtte