Tularemie;De bacterie kent vier ondersoorten waarvan de holarctica in Europa voorkomt. Zij komt vooral voor bij knaagdieren en haasachtigen, maar ook bij vogels en insecten, bij zoogdieren en ongewervelde soorten. Insecten zoals teken, muggen en dazen kunnen de bacterie overbrengen op de mens. Een belangrijke vector is de schapenteek. De bacterie wordt gerekend tot de meest gevaarlijke soorten. Op laboratoria waar men met deze bacterie werkt gelden de hoogst mogelijke veiligheidseisen. Er zijn slechts enkele bacteriën nodig om de mens te besmetten waardoor zij kandidaat is voor biologische oorlogsvoering.
Incidenteel raken mensen besmet, rechtstreeks door contact met besmettingsbronnen van dierlijke oorsprong of indirect via vliegen en teken, via oppervlaktewater of door het eten van besmet wild dat niet goed gegaard is. Behalve incidenteel komt tularemie ook epidemisch voor.
Sinds januari 2014 is het aantal gemelde gevallen opvallend toegenomen. Inmiddels komt de besmetting in meer dan de helft van de Nederlandse provincies voor.[2] In Zuidwest-Friesland werden in de periode van februari tot mei 2015 elf hazen positief bevonden met de bacterie Francisella tularensis, de veroorzaker van de hazenpest. Daarnaast nog eens drie losse gevallen, Zuid-Friesland in februari, Overijssel in maart en Gelderland in juni. In januari 2016 is een verdachte haas aangeboden bij het Dutch Wildlife Health Centre (DWHC) waarvan na onderzoek door het Central Veterinary Institute (CVI) in Lelystad vastgesteld is dat hij inderdaad besmet was.[3]
De ziekte kan voor de mens dodelijk zijn maar is met antibiotica goed te behandelen, mits de antibiotica tijdig wordt gegeven.
https://nl.wikipedia.org/wiki/TularemieHenriëtte