@Emma, je testuitslagen+klachten wijzen op Lyme, start zo snel mogelijk met antibiotica!
emma_b schreef:Een PCR die positief was op Lyme (alleen afzellii)
Een positieve PCR is hét bewijs voor een actieve infectie.
emma_b schreef:IgG positief op alle stammen met een titer van 1000
Je lichaam heeft antistoffen aangemaakt tegen de lyme-infectie.
Als je nog wil proberen reguliere erkenning te krijgen voor de positieve uitslagen van de privélabs, vraag dan aan je oogarts een PCR op oogvocht.
Neem evt. dit stuk uit de richtlijn mee:
Uit de CBO-richtlijn blz. 70-71
http://www.tekenbeetziekten.nl/wp-content/uploads/2014/08/CBO-richtlijn-Lymeziekte-versie-2013.pdf2.7 Oculaire manifestaties
Oculaire symptomen bij lymeziekte kunnen gezien worden bij neuroborreliose, zoals nervus abducens en nervus oculomotorius parese of optische neuritis. Maar ook zonder dat er sprake is van neuroborreliose kunnen er oculaire symptomen optreden. Klachten van patiënten kunnen zijn: oogpijn, pijn bij oogbewegingen, dubbelzien, wazig zien, fotofobie, moeite met accommoderen, mouches volantes, branderige ogen of corpus alienum sensatie.
Oculaire symptomen kunnen unilateraal en bilateraal voorkomen (Mora 2009). Daarnaast kunnen ze voorkomen bij vroege en late manifestaties van lymeziekte. Oculaire manifestaties van lymeziekte kunnen zijn: conjunctivitis, keratitis, (epi)scleritis (zeldzaam), (pan)uveïtis, iridocyclitis, retinitis en orbitale myositis (Flach 1990, Kornmehl 1989, Carvounis 2004).
Deze symptomen zijn beschreven bij patiënten met lymeziekte op basis van een (eerder) erythema migrans, lyme-artritis, neuroborreliose en/of positieve PCR voor Borrelia in serum, liquor of glasvocht/oogvocht en in 1 casus in conjunctivale weefsel.
In het merendeel waren antistoffen voor Borrelia in serum positief (ELISA en Western blot) (Mikkilä 2000, Hilton 1996).
Ernstige oftalmitis met unilaterale blindheid met Borrelia burgdorferi s.l. in het corpus vitreum, werd voor het eerst beschreven in 1985 (Steere 1983, 1985). Keratitis en uveïtis zijn beschreven bij patiënten met lyme-artritis. De meest frequente vorm van uveïtis is de uveïtis intermedius. Uveïtis posterior en anterior zijn weinig voorkomend.
Panuveïtis is beschreven in een patiënt met een positieve PCR voor B. burgdorferi s.l. in liquor (Wallet 2008). Er zijn 3 casus beschreven van uveïtis intermedius waarbij lymeziekte werd aangetoond middels PCR of kweek. Daarnaast is uveïtis gevonden bij een patiënt met een eerder erythema migrans.
Bij retinale infectie wordt macula oedeem en vasculitis gezien en minder frequent veneuze occlusie en chorio-retinale inflammatoire foci (Mora 2009). In een patiënt met choroïditis werd Borrelia geïsoleerd uit ligamenteus weefsel (Häupl 1993).
Oculaire symptomen kunnen zowel een vroeg als laat symptoom van lymeziekte zijn. Conjunctivitis is vaak een vroeg verschijnsel dat optreedt samen met een griepachtig ziektebeeld. Uveïtis en intraoculaire inflammatoire syndromen zijn vaak een laat verschijnsel van lymeziekte. Bij vijf patiënten werd een paralytische strabismus ten gevolge van nervus abducens parese gevonden in het kader van lymeziekte. De diagnose werd gesteld op basis van tekenbeet in endemisch gebied en erythema migrans, neurologische manifestatie van lymeziekte of artritis. Allen hadden Borrelia-antistoffen. Eén van deze patiënten had ook een uveïtis anterior waarbij Borrelia-DNA gevonden werd in oogvocht (Sauer 2009).
Een belangrijk punt is ook dat er vermeld wordt dat de gangbare antistoffen tests maar slechts bij het merendeel (merendeel = bij meer dan 50% van de patiënten) positief waren, de rest van de lymepatiënten hadden een negatieve testuitslag.
Josie