Wat een prachtig gezicht hoe die leukocyt de borrelia bacterie opruimt
Ned. Ver. v. Hematologie Witte bloedcellen (leukocyten) worden vooral gevormd in het beenmerg. Het aantal witte bloedcellen is veel kleiner dan het aantal rode bloedcellen (de verhouding is ongeveer 1: 650). Er zijn vijf typen witte bloedcellen (leukocyten):
Lymfocyten:
B-lymfocyten. Wanneer een vreemde stof het lichaam binnendringt kunnen B-lymfocyten uitrijpen tot plasmacellen. Plasmacellen leven voornamelijk in het beenmerg en produceren immunoglobulinen (antistoffen) die ziektekiemen zoals bacteriën en virussen herkennen en vernietigen;
T-lymfocyten. Deze lymfocyt wordt niet alleen in het beenmerg, maar ook in de milt, lymfeklieren en thymus gevormd. Er zijn verschillende soorten T-cellen, elk met een gespecialiseerde taak. Sommige T-cellen helpen het lichaam zich te beschermen tegen virussen, schimmels en bacteriën. Ze herkennen specifieke stoffen gevonden in cellen die met een virus besmet zijn, en vernietigen deze cellen dan (suppressor T-cel). T-cellen kunnen ook bepaalde stoffen genaamd cytokines afgeven. Cytokines trekken andere typen witte bloedcellen aan, die cellen verteren op hun beurt de geïnfecteerde cellen verteren (cytotoxische T-cel). Sommige soorten T-cellen spelen een rol in het stimuleren of vertragen van de activiteit van andere cellen in het immuunsysteem (helper T-cel);
natural killer cellen. Deze cellen vormen in het immuunsysteem van de mens de eerste verdediging tegen vreemde indringers zoals tumoren, bacteriën en virussen. Natural killer cellen danken hun naam aan het feit dat zij niet te reageren op specifieke antigenen, ze reageren van nature op lichaamsvreemde "indringers".
Granulocyten:
Neutrofielen beschermen het lichaam tegen infecties door bacteriën en schimmels en kunnen lichaamsvreemde stoffen opnemen;
Eosinofielen vernietigen kankercellen en parasieten en zijn betrokken bij allergische reacties;
Basofielen zijn betrokken bij allergische reacties
Monocyten verteren dode of beschadigde cellen en bieden bescherming tegen vele organismen.
Sommige leukocyten stromen vrij door de bloedsomloop. Andere kleven tegen de bloedwand of dringen door in lichaamsweefsels. Wanneer leukocyten de plaats van een infectie of ander probleem bereiken, geven zij substanties af die nog meer leukocyten aantrekken (de eerder genoemde cytokines). De leukocyten functioneren zo als een legertje dat het lichaam beschermt tegen vreemde organismen.
Wanneer het aantal leukocyten te laag is (leukopenie), zullen vaker infecties voorkomen. Een hoger dan normaal aantal leukocyten (leukocytose) veroorzaakt niet direct symptomen maar kan een aanwijzing zijn voor een infectie of voor leukemie.
Henriëtte